Sociale voorzieningenniveau

Kernwaarde en opgaven: Huidige sociale voorzienningenniveau moet in stand blijven

Naast het in stand houden van fysieke voorzieningen is het voor de inwoners van Weesp ook van belang dat de bestaande sociale voorzieningen zoveel mogelijk in stand blijven. Weesp kent een hoog sociaal voorzieningenniveau met verschillende regelingen voor inwoners die het bijvoorbeeld financieel moeilijk hebben. Dit geldt uiteraard ook voor WMO-voorzieningen en de jeugdzorg. Het is heel erg belangrijk dat deze voorzieningen laagdrempelig toegankelijk zijn. We willen ook graag dat de aanpak van het sociaal wijkteam behouden blijft. De leden van het Sociaal Wijkteam in Weesp zijn in dienst van de gemeente. De gemeente heeft hierdoor zelf de directe regie op de uitvoering van de zorg. In Weesp fungeert het Sociaal wijkteam als uitvoeringsregisseur, de feitelijke uitvoering wordt uitbesteed aan maatschappelijke partners. In dit concept bestaan de Sociale wijkteams alleen uit medewerkers in dienst van de gemeente, die een klein en slagvaardig team vormen en een vergaand beslissingsmandaat hebben. Weesp heeft goede ervaringen met deze manier van werken en wil dit graag behouden. Schoolkeuzevrijheid en mogelijkheden voor ouders van leerlingen op basisscholen en voortgezet onderwijs moeten minimaal op huidige Weesper niveau en werkwijze mogelijk blijven.

Opgaven

  • Sociale voorzieningen blijven in stand en worden zo mogelijk versterkt.
  • Werkwijze sociaal wijkteam blijft behouden.
  • Schoolkeuzevrijheid en de huidige toelatingswerkwijze blijven mogelijk op het huidige niveau.

Antwoord Gooise Meren

Het Beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 schetst onze visie op het Sociaal domein. Deze visie is opgebouwd rond drie elementen:

  • Iedereen moet kunnen meedoen;
  • We stellen daarbij de vraag centraal;
  • We benutten zoveel mogelijk de eigen kracht van inwoners.

De speerpunten in ons beleid zijn:

  • We ondersteunen inwoners met wettelijke inkomensvoorzieningen, indien ze daarvoor in aanmerking komen.
  • We ondersteunen inwoners die niet op eigen kracht kunnen participeren op de arbeidsmarkt met een werkvoorziening. Een mooi voorbeeld hiervan is het initiatief Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO Gooise Meren).
  • We ondersteunen inwoners met een laag inkomen met minimaregelingen waardoor armoede estreden wordt en minimahuishoudens beter kunnen participeren.
  • We ondersteunen inwoners met individuele voorzieningen als dit nodig is om zelfstandig aan de samenleving te kunnen deelnemen
  • We creëren een samenhangend en wijkgericht aanbod van collectieve voorzieningen voor onze inwoners van jong tot oud. Zo ontstaat een zo gunstig mogelijke uitgangspositie om veilig en gezond te leven, talenten te ontwikkelen en deel te nemen aan de samenleving.
  • We dragen bij aan een optimale gezondheid van onze inwoners zodat zij in staat zijn om mee te doen aan de samenleving
  • We willen een stelsel van huisvestingsvoorzieningen van goede kwaliteit dat zoveel mogelijk aansluit bij de eisen en wensen van de gebruikers in het onderwijs. Waar mogelijk faciliteren we het combineren van onderwijs met overige functies in brede scholen.
  • We bevorderen een doorgaande ontwikkelingslijn voor het (jonge) kind waarbij school, opvang en andere activiteiten voor kinderen op elkaar aansluiten en elkaar versterken en bij voorkeur ook in samenhang met elkaar worden aangeboden, met extra aandacht voor kinderen met een achterstand.

Conclusie

Het beleid en de opgaven van Weesp komen overeen met die van Gooise Meren. We werken met een integrale uitvoeringsdienst Sociaal domein. De werkwijze is in hoge mate gelijk aan die van Weesp. In Weesp en Gooise Meren zijn de teams beide samengesteld met alleen gemeentelijke medewerkers belast met het toekennen van passende zorg en het toezien dat deze door uitvoerende organisaties ook goed geboden wordt. Daarmee bestaat in Weesp en Gooise Meren een afbakening tussen regie en uitvoering.

Ten aanzien van de uitvoering is er al enige tijd sprake van een goede samenwerking tussen Gooise Meren en Weesp in het Sociaal domein. In de gemeente Weesp bestaat sinds 2014 een gezamenlijk toelatingsbeleid voor toekomstige vierjarigen. Het aanmelden en het toedelen van een plaats op een basisschool verloopt bij alle basisscholen op dezelfde wijze. Uitgangspunt is dat elk kind een gelijke kans heeft op een plaats op een basisschool en de keuzevrijheid van ouders zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Daarnaast heeft deze gezamenlijke aanpak tot doel om een goed onderwijsaanbod, gespreid over heel Weesp te behouden. Goede afspraken die tussen gemeenten en schoolbesturen zijn gemaakt en waarvan we ons voor kunnen stellen dat Weesp dit beleid wil behouden. In Gooise Meren bestaat er geen gezamenlijk toelatingsbeleid. Wel is hier ook sprake van schoolkeuzevrijheid.

Antwoord Amsterdam

Reactie

Weesp en Amsterdam hebben hun zorgstelsels elk op hun eigen manier ingericht, maar de doelstellingen, in stand houden en versterken, wijken niet af. De inwoners van Weesp zullen profijt kunnen hebben van de voorzieningen in Amsterdam.

Amsterdam deelt de ambities Weesp op het gebied van zorg. Kwaliteit en continuïteit van zorg zijn ook voor Amsterdam zeer belangrijk. De missie bij het vormgeven van het nieuwe Amsterdamse zorgstelsel is dat Amsterdammers die dat nodig hebben snel, goed en op maat ondersteuning en zorg ontvangen. Om dit voor elkaar te krijgen zijn wij uitgegaan van vier algemene uitgangspunten:

De Amsterdammer centraal: vertrekpunt is wat de Amsterdammers zelf en hun naasten en sociale netwerken kunnen: hún kracht en capaciteiten, hún vragen, hún behoeften. Waar nodig gaan professionals actief op zoek naar de kracht van sociale systemen om die te versterken. We bieden mensen die ondersteuning en zorg nodig hebben zo veel mogelijk de gelegenheid hun eigen leven te blijven leiden en daarover zelf de regie te blijven voeren. Waar ondersteuning en zorg nodig is, bekijken cliënt en professional samen wat het best past. We zoeken met de Amsterdammer naar mensen in de omgeving die hulp kunnen bieden; denk aan mantelzorgers, vrijwilligers, burgerinitiatieven. Ook hen bieden we waar zinvol en mogelijk ruggensteun, zodat ze zich optimaal kunnen inzetten. De cliënt zelf houdt regie op de inrichting van zijn leven, gemeente en professionals vullen daarop aan.

Nabijheid: We sluiten met onze ondersteuning en zorg aan bij de sociale netwerken van bewoners en richten de professionele inzet in op een menselijke maat. We houden rekening met de enorme diversiteit van bewoners, culturele achtergronden en verschillen tussen wijken. We maken gebruik van de inzichten van professionals in de wijk, van ervaringsdeskundigen onder de Amsterdammers met een beperking en van mantelzorgers. Voor de organisatie van de ondersteuning en zorg is de stad ingedeeld in 22 gebieden met elk ongeveer 40.000 inwoners. Binnen die gebieden zijn uiteraard kleinere eenheden (buurten, soms zelfs complexen) aan te wijzen die als werkgebied worden gehanteerd. Specialistische voorzieningen hebben een ruimer werkgebied.

Samenhang: organisaties voor ondersteuning en zorg zijn van oudsher vaak gericht op de aanpak van afzonderlijke problemen, terwijl die voor Amsterdammers zelf doorgaans sterk met elkaar verweven zijn. Zelfs als ze te kampen hebben met ziekte, zijn ze niet slechts patiënt. Veerkracht, maatschappelijk meedoen en zingeving blijven belangrijk. De Amsterdammer centraal stellen vereist daarom een andere focus: niet zozeer op het bestrijden van afzonderlijke ziekten, als wel op zelfregie van de Amsterdammer en het behoud van een kwalitatief hoogwaardig en zinvol leven, ook als zich daarin ziekten en beperkingen manifesteren.

Partnerschap: samenhangende ondersteuning en zorg bieden die optimaal aansluit bij de vraag en de kracht van de Amsterdammer en zijn sociale netwerken is alleen mogelijk door een partnerschap tussen alle betrokkenen: zorgvragers, informele zorgers en vrijwilligers, burgerinitiatieven, professionals, de zorgverzekeraar en de gemeente.

De belangrijkste ambities van Amsterdam bij het nieuwe jeugdstelsel zijn:

Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht: jeugdigen en hun ouders zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor hun welzijn en ontwikkeling. De inzet op eigen kracht en de netwerken van gezinnen wordt vergroot.

Kleine problemen blijven klein: meer jeugdigen en gezinnen worden tijdig en in de directe omgeving geholpen. Voor preventie en lichte vormen van jeugdhulp kunnen zij terecht bij Ouder- en Kindteams. Deze teams werken laagdrempelig en in verbinding met wijk en school.

Snel effectieve hulp dichtbij: waar nodig wordt specialistische jeugdhulp tijdig en, zoveel mogelijk, dicht bij huis ingezet.

Streven is dat de jeugdhulp goedkoper en van goede kwaliteit is. Er is daarmee voor ouders en jeugdigen laagdrempelige toegang tot jeugdhulp via de Ouder- en Kindteams, die nauw samenwerken met de scholen. Daarnaast is er toegang tot jeugdhulp via de huisarts.

Amsterdam kiest ervoor om in partnerschap met zorg- en jeugdhulpaanbieders de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet uit te voeren. Uitgangspunt is dat de professionals de ruimte hebben om samen met hun cliënten te bepalen welke ondersteuning nodig is. De gemeente stuurt via opdrachtgeverschap. Dat betekent dat er (met uitzondering van de jeugdgezondheidszorg) geen ambtenaren zitting nemen in de wijkzorgnetwerken en Ouder- en Kindteams. Amsterdam kiest ervoor als gemeente te faciliteren dat burger en zorgprofessional in de context van wijkzorgnetwerk en Ouder- en Kindteam samen kijken wat er nodig is en dat die hulp snel kan worden ingezet.

Amsterdam heeft een zeer actieve stedelijke Wmo-adviesraad. Deze geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college. Dit is een van de manieren waarop Amsterdam de korte lijnen met kwetsbare burgers onderhoudt. Natuurlijk is het ook voor inwoners van Amsterdam mogelijk om onderdeel uit te maken van de Wmo-adviesraad.

De dienstverlening is in Amsterdam op verschillende manieren geregeld. Burgers kunnen allereerst terecht bij het Sociaal loket. Daar kan iedereen zijn vragen over zorg, welzijn en zelfstandig wonen kwijt. De medewerkers van het Sociaal Loket gaan in gesprek om de vraag van de cliënt helder te krijgen, wijzen de weg naar de juiste instellingen, of helpen met het aanvragen van een voorziening. Daarnaast is er een Wmo-helpdesk: een gratis telefoonnummer, waar mensen geholpen worden met informatie over de Wmo en de mogelijkheden van zorg en ondersteuning in de buurt. De Wmo Helpdesk verwijst door naar het juiste loket. Daarnaast kunnen er bij de Wmo-Helpdesk direct bepaalde Wmo-voorzieningen worden aangevraagd, zoals een vervoerspas voor het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV), een rolstoel, scootmobiel, verhuiskostenvergoeding, woningaanpassing en hulp bij het huishouden.

Op financieel gebied wijkt Amsterdam van landelijke normen af ten gunste van cliënten. Zo zijn er extra armoedevoorzieningen voor minima. In Amsterdam geldt een eigen bijdrage in de kosten voor maatwerkvoorzieningen, met uitzondering van rolstoelen, voorzieningen voor kinderen tot 18 jaar, voorzieningen voor algemene toegankelijkheid (bijvoorbeeld automatische deuropener bij een flatdeur), ambulante ondersteuning en dagbesteding. De bijdrage is inkomensafhankelijk en landelijk gemaximeerd. De Amsterdamse gemeenteraad heeft besloten om ten gunste van de cliënt af te wijken van de landelijk vastgestelde maximale eigen bijdrage om zo de negatieve inkomenseffecten van het wegvallen van de Wtcg3-korting van 33% op de factuur van de eigen bijdrage te beperken. Dit geldt voor alle cliënten, ongeacht hun inkomen en vermogen. Amsterdammers met een laag inkomen betalen daarom maximaal € 13,00 (alleenstaand) of € 18,50 (samenwonend) per periode van vier weken, ongeacht het aantal voorzieningen dat zij hebben. Als Amsterdammers aangeven dat zij hun eigen bijdrage echt niet kunnen betalen, kunnen zij op basis van hardheid in aanmerking komen voor een (gedeeltelijke) kwijtschelding ervan. Daarnaast heeft Amsterdam de eigen bijdrage voor alle Wmo voorzieningen onlangs verlaagd.

Op het gebied van werk en re-integratie heeft Amsterdam als missie geformuleerd dat je mee kan doen ongeacht de dikte van je portemonnee. De gemeente wil drempels voor participatie dan ook waar mogelijk wegnemen. Bijvoorbeeld met instrumenten als de Stadspas en gratis OV voor ouderen. De gemeente vindt dat ieder kind de beste kansen verdient en ondersteunt kinderen uit minimagezinnen daarom optimaal, door bijvoorbeeld gebruik te maken van een scholierenvergoeding. Door de inkomensgrens, 120% van het wettelijk sociaal minimum, maken meer werkende minima gebruik van de regelingen. Amsterdam richt zich op een hoog niveau van inkomensvoorziening en schuldhulpverlening.

Amsterdam kent één stelsel waar het gaat om de mogelijkheden tot schoolkeuze. Uitgangspunt is dat alle scholen meedoen aan de toelatingsregels die de gemeente met de schoolbesturen overeen is gekomen. Uiteraard is het van belang dat voorkeuren van ouders en leerlingen zoveel mogelijk kunnen worden gehonoreerd. Voor het primair onderwijs gelden in Weesp en Amsterdam goed vergelijkbare afspraken. Voor het voortgezet onderwijs geldt bij een fusie dat de scholen in Weesp onderdeel zullen worden van het Regionale Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) en ook van het OSVO/SWV VO*. Op dit moment vallen deze scholen nog onder het RPO regio ‘Gooi en Vechtstreek’.

In Amsterdam geldt de Kernprocedure Overstap PO – VO Amsterdam 2017. De Kernprocedure is opgesteld door OSVO (Vereniging schoolbesturen Amsterdams voortgezet onderwijs), het BBO (Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam primair en speciaal onderwijs) en de gemeente Amsterdam. In deze Kernprocedure staan alle afspraken over de overgang in 2017 van leerlingen van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Onderdeel van de kernprocedure is de centrale loting en matching. De kernprocedure heeft veel bezwaren tegen de vroegere kernprocedure ondervangen. Het nieuwe stelsel maakt het veel beter mogelijk om met de voorkeuren van ouders en kinderen rekening te houden, ook in het geval dat een eerste voorkeur niet kan worden gerealiseerd.

*OSVO is de vereniging van vertegenwoordigers van alle schoolbesturen in het Amsterdamse voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs en het SWV is het Samenwerkingsverband VO).